Arthur Forrest
De Vrouwe Dorothea was in mei 1746 onderweg naar Curaçao,
maar zou haar bestemming nooit bereiken. Door stormen en sterke
stromingen werd zij in de handen gedreven van Arthur Forrest, de
gefrustreerde kapitein van het Britse oorlogsschip 'The Wager'. Hij
liet zich niet tegenhouden door het feit dat Engeland en de
Republiek der Nederlanden bondgenoten waren in de Oostenrijkse
Successieoorlog en nam het schip over. Forrest, een jaar geleden
nog op zijn vingers getikt voor gewelddadige excessen op zee, dwong
de Vrouwe Dorothea mee naar Jamaica te varen.
Nog meer rampspoed
Het schip en haar bemanning werden door de Engelsen
meegenomen naar Port Royal. Hier werd het schip na enkele maanden
en een aantal processen tegen Forrest vrijgegeven, wat betekende
dat de reis naar Curaçao kon worden voortgezet. Onderweg kreeg de
bemanning te maken met meer ontberingen. Materiaalpech, sterke
stromingen en stormen en kapers zorgden ervoor dat de bestemming
nooit bereikt werd. De omstandigheden waren zelfs zo erg dat de
bemanning van de Dorothea een oude zieke hond heeft geslacht en
gegeten.
'inmiddels uijt hongersnood rotten en een oude sieke hond hebben geslagt en gegeten'
Terugtocht
Na vele omzwervingen liep het schip op 27 november 1747
op de kust van het huidige Nicaragua. Hier werd kapitein Pieter
Blok gearresteerd omdat hij handelswaar achterover zou hebben
gedrukt. Dat is het laatste wat er van de kapitein en zijn schip
gehoord is. Van de andere opvarenden zijn alleen de twee getuigen
in Amsterdam teruggekeerd. Ook dit was nog niet eenvoudig: via
Bristol en Hamburg kwam het tweetal uiteindelijk, na ruim twee jaar
omzwervingen op zee, in Amsterdam aan.